Van 17 maart tot 2 april jl. was de voorjaarsronde van de SDE+ 2020 geopend. Tijdens deze openstellingsronde zijn er 7.562 subsidieaanvragen ingediend bij RVO, met een totale budgetclaim van € 4,1 miljard. Het beschikbare budget van € 4,0 miljard is daarmee licht overtekend. Waarschijnlijk zal een aantal aanvragen afvallen, omdat zij niet hebben voldaan aan de vergunningsvereisten of de vereisten van technische en financiële haalbaarheid. Daardoor is waarschijnlijk voldoende budget beschikbaar voor alle aanvragen die wel aan de eisen hebben voldaan.
In de eerste fase van de openstellingsronde (tot een aanvraagbedrag van maximaal 7 cent/kWh) is voor ruim € 2,0 miljard aangevraagd. In deze fase zijn met name aanvragen ingediend in de categorieën windenergie op land en Zon-PV.
In de tweede fase is het aangevraagde budget opgelopen tot € 3,0 miljard, waarbij met name aanvragen voor Zon-PV projecten zijn ingediend. In de laatste fase is de budgetclaim opgelopen tot ruim € 4,1 miljard.
Hoewel het aantal Zon-PV projecten met 98% van het totale aantal aanvragen onverminderd hoog is, is het aangevraagde budget voor Zon-PV (€ 2,5 miljard) ten opzichte van de totale budgetclaim van € 4,1 miljard met 61% aanzienlijk hoger dan in de najaarsronde van de SDE+ 2019. In de najaarsronde was 48% van het aangevraagde budget geclaimd voor Zon-PV projecten.
Minister Wiebes geeft aan dat een ‘aanzienlijk’ aantal projecten onder het maximale basisbedrag is ingediend, vooral in de categorie zon-op-dak. Volgens de minister betekent dit dat de indieners het aandurven om zon-op-dak projecten te realiseren met minder subsidie dan het maximumbedrag. Als oorzaak hiervoor noemt hij de concurrentie tussen technieken, wat de kosteneffectiviteit van de energietransitie ten goede komt. Daarnaast is het volgens hem een bevestiging van de kostenreductie voor Zon-PV die al in de basisbedragen was verwerkt.
Aan de andere kant lijkt Wiebes rekening te houden met de mogelijkheid dat projecten niet gerealiseerd kunnen worden doordat er ‘te weinig’ subsidie is aangevraagd. Hij gaat namelijk monitoren wat de gevolgen van de lagere subsidiebedragen zijn voor de uiteindelijke realisatie van deze projecten.
Tabel 1. Overzicht aanvragen
Figuur 1. Overzicht verdeling van de aanvragen over de categorieën
Alle projecten met een SDE+-beschikking kennen een realisatietermijn. In de beschikking staat de uiterste datum waarop de installatie in gebruik genomen moet zijn. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een project niet tijdig wordt gerealiseerd. Minister Wiebes stelt vast dat de realisatie van projecten op dit moment wordt beïnvloed door omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de ondernemers ligt. Zo kan er in verband met de COVID-19 uitbraak sprake zijn van een langere levertijd voor benodigde materialen of een gebrek aan arbeidskrachten. Daarnaast hebben projecten in sommige gebieden te maken met een gebrek aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnet.
De minister heeft daarom besloten om de bestaande mogelijkheid tot ontheffing een algemener karakter te geven. Alle projecten met een realisatietermijn in 2020 met vertraging buiten de invloedssfeer van de ondernemer kunnen op verzoek één jaar ontheffing op de realisatietermijn. Een belangrijke voorwaarde voor deze ontheffing is dat projecten wel naar verwachting binnen dat extra jaar kunnen worden gerealiseerd.
Ondernemers met een beschikking waarvan de realisatietermijn in 2020 afloopt en die uitstel nodig hebben, moeten deze ontheffing bij RVO aanvragen en daarbij verklaren dat realisatie binnen het extra jaar mogelijk is. Eventueel kan Ekwadraat u ondersteunen bij het aanvragen van ontheffing. Neemt u hiervoor contact op met één van onze SDE+ adviseurs.
RVO werkt momenteel nog aan de afhandeling van de laatste aanvragen uit de najaarsronde van 2019. Minister Wiebes geeft aan dat dit langer duurt dan gebruikelijk, met name door het relatief grote aantal aanvragen voor geothermieprojecten. De beoordeling van deze projecten is relatief ingewikkeld en specifiek, waardoor de beoordelingscapaciteit beperkt is en de beoordeling meer tijd vereist dan bij andere technieken.
Voor de realisatie van biomassaprojecten is in veel gevallen een vergunning vereist. Een aantal van deze vergunningen is al vereist bij de subsidieaanvraag. De afgelopen periode is volgens minister Wiebes gebleken dat de aanwezigheid van een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb) een steeds belangrijkere voorwaarde is geworden voor de tijdige realisatie van SDE+-projecten. Dit geldt vooral voor projecten met een substantiële stikstofuitstoot in de realisatiefase, met name biomassaprojecten.
Om die reden is Wiebes voornemens voor biomassaprojecten, met ingang van de SDE++ in het najaar van 2020, een Wnb-vergunning als verplichte bijlage bij een aanvraag op te nemen (mits van toepassing). Voor andere technieken is een Wnb-vergunning meestal niet bepalend voor de realisatie van het project, waardoor deze verplichting alleen voor biomassaprojecten gaat gelden.
Neem dan contact op via met één van onze SDE-adviseurs via onderstaand contactformulier.
"Benieuwd naar de mogelijkheden van SDE subsidie voor uw project?"
Expert duurzaam gas